Rond Utrechts Lucasbolwerk gingen de drugsgebruikers ‘helemaal naar de klote’

Reportage

Drugsprobleem Utrecht In de Utrechtse binnenstad zijn steeds meer harddrugs- en alcoholverslaafden. Met een ‘verblijfsontzeggingsgebied’ en een verbod op harddrugsgebruik in het openbaar grijpt de gemeente in. Helpt dat?

Het gebied waar verslaafden samenkomen tussen Lucasbolwerk en Park Lepelenburg in Utrecht.
Het gebied waar verslaafden samenkomen tussen Lucasbolwerk en Park Lepelenburg in Utrecht. Foto Roger Cremers

In het park zitten vier mannen op een bankje. Ze delen samen een crackpijp, een rookbare variant van cocaïne. Een van hen staat op en rent naar een grote boom. Hij verschuilt zich voor de voorbijgangers. „Kom dan, snel, snel!”, roept hij naar de mannen. Verderop staat een andere man, die stevig zijn crackpijp vasthoudt en zenuwachtig om zich heen kijkt. Hij mompelt wat en stopt de pijp in zijn broekzak.

In de binnenstad van Utrecht, rondom het Lucasbolwerk en het Hieronymusplantsoen, verzamelen zich steeds meer harddrugs- en alcoholverslaafden. Sinds vorig jaar augustus is het aantal rondhangende gebruikers in het centrum verdubbeld naar ongeveer 120 man.

Dat zorgt voor veel overlast voor buurtbewoners, bezoekers en ondernemers. Ze klagen over openlijk gebruik van drugs, drugshandel en verslaafden die hun behoefte doen. Daarnaast worden ze geïntimideerd, uitgescholden, beroofd en mishandeld. Meerdere vrouwen zijn volgens RTV Utrecht in het park aangerand; acht mannen zijn daarvoor opgepakt.

Verslaafde Pedro: „In de opvang worden we onrustig als er nieuwe mensen bijkomen.”
Foto Roger Cremers

‘Vrouwen in bosjes getrokken’

„Vrouwen werden meegetrokken in de bosjes”, vertelt Pedro (45), die dakloos en verslaafd is. Hij erkent dat de problemen met de verslaafden uit de hand zijn gelopen: „Iedereen ging helemaal naar de klote. Ze gingen met elkaar op de vuist of staken elkaar.” Pedro deed daar niet aan mee, zegt hij: „Ik ging hooguit bedelen.”

De gemeente Utrecht heeft nu maatregelen genomen tegen de overlast. Het komende half jaar is het park een zogeheten verblijfsontzeggingsgebied. Personen die hier de openlijke orde verstoren, mogen er een tijdje niet meer in. Verder is het in heel Utrecht verboden om in het openbaar harddrugs te gebruiken.

De Utrechtse drugsverslaafden die NRC sprak, betwijfelen of de maatregelen zullen helpen. Vanwege privacyredenen willen zij niet met hun achternaam in de krant. Volgens Pedro wordt het probleem van „een pijpje roken” verplaatst van het park naar andere plekken. „Wacht maar, want voor je het weet staan ze met z’n allen voor je deur te smoken!”

Pedro is iedere dag in De Stek te vinden, een 24-uursopvang voor verslaafden vlak bij het station in Utrecht. Er is een gebruikersruimte en een tuin. De verslaafden kunnen er een maaltijd en medische zorg krijgen. Pedro komt uit Den Haag. Voorheen „chillde” hij in het park naast het Lucasbolwerk. Nu zit hij iedere dag bij De Stek en verblijft in de nachtopvang.

Pedro is net klaar met het schoonmaken van de toiletten. „Poepen doen we niet in de broek, maar in de wc!”, zegt hij lachend. In zijn beide broekzakken zit een flesje Jumbo huismerk pils. „Lekker, hoor”, zegt Pedro, terwijl hij de pils in een plastic beker schenkt. Hij is alcoholist en gebruikt „af en toe” cocaïne en crack.

De maatregelen van de gemeente zullen eerder voor meer problemen zorgen, denkt Pedro. De extra inzet van politie leidt volgens hem tot meer stress bij de verslaafden, die bang zijn dat ze sneller worden betrapt bij hun onderlinge handel in drugs. „Dan gaan ze elkaar naaien door in zakjes met suiker en stenen te handelen”, vertelt hij. Pedro neemt een paar flinke slokken pils.

Er zullen door de maatregelen ook meer verslaafden naar de opvang komen, verwacht Pedro. „Hier worden we onrustig als er nieuwe mensen bijkomen.” Hij kijkt naar Simon de Jong, de teamleider van De Stek. Die zegt: „In de aankomende weken verwachten we zeker meer gasten te mogen verwelkomen. Onrustig worden we er niet van. Wij zijn er juist voor hen”, zegt de Jong „Ze kunnen hier bijvoorbeeld hun vuile heroïnespuit omruilen voor een schone.”

In de gezamenlijke ruimte, naast de beveiligingskamer, zit een man geconcentreerd te gamen op de computer. Het sjekkie in zijn mond is langzaam aan het wegbranden. „Door de dag heen komen ze even chillen”, zegt De Jong, „of gaan ze hun statiegeldcenten ophalen en komen ze terug om drugs te bestellen.”

Het zijn twee vliegen in één klap: overlast terugdringen en meer individuele zorg

Woordvoerder van burgemeester

Utrecht aantrekkelijk door ligging

De samenstelling van de groep verslaafden in het park verandert geregeld. „Het centraal gelegen Utrecht is ook aantrekkelijk voor verslaafde daklozen van buiten de stad, asielzoekers, ongedocumenteerde of andere vreemdelingen”, vertelt Bouke Witteveen, veldwerker bij Jellinek, een instelling voor verslavingszorg.

De dag nadat het verbod op harddrugsgebruik is ingegaan, ging Witteveen langs bij het Lucasbolwerk. „Het stond helemaal leeg.” Door het verbod zijn de rondhangende groepen kleiner geworden en is het voor de veldwerkers makkelijker en overzichtelijker om ze aan te spreken. „Nu hoef ik niet meer over mijn schouder te kijken, omdat alleen de Utrechtse kerngroep is overgebleven”, zegt Witteveen.

In de gebruikersruimte van De Stek zit de 35-jarige Alexander uit Utrecht. Hij is een joint aan het draaien. „Weet je wat het is. Er wordt over ons gepraat en niet met ons”, zegt hij. „Wij gebruikers, moeten voor elkaar opkomen.” Hij komt al jaren bij De Stek. Zijn droom is om zelf een opvang voor verslaafden op te richten en begeleider te worden. Alleen zijn drugsverslaving zit hem in de weg. Hij wil niet vertellen wat hij rookt of gebruikt.

Volgens hem wordt het probleem iedere keer weer verplaatst. „Eerst werd de tunnel bij winkelcentrum Hoog Catharijne ontruimd, daarna het park Lepelenburg en nu de bankjes bij de Stadsschouwburg”, vertelt hij. „Het is niet eerlijk dat wij allemaal als groep worden beschuldigd. De gemeente moet per individu kijken naar geschikte oplossingen.” Hij neemt een hijs van zijn joint en stopt een druif in zijn mond. „Ik ga echt een keer met de gemeente praten.”

Opvang voor verslaafden aan het Westplein naast het station in Utrecht.
Foto Roger Cremers

‘Kern van maatregelen is zorg’

De gemeente Utrecht verwacht veel van de maatregel, waarbij iedereen die zich misdraagt het park niet meer in mag. „Vorig jaar heeft deze maatregel de overlast bij het Bollendak, op het Stationsplein, teruggedrongen”, vertelt de woordvoerder van Sharon Dijksma, de burgemeester van Utrecht.

Maakt het verbod op harddrugs het niet moeilijker om verslaafden goede zorg te leveren? Integendeel, antwoordt de woordvoerder van Dijksma: „De kern van dit maatregelenpakket is juist zorg.” De gemeente heeft een speciaal „eropaf-team” gecreëerd, een bestaande samenwerking tussen gemeente, politie en zorg, om de zorg te intensiveren en uitbreiden. „Het verbod op harddrugs helpt ons om meer inzicht te krijgen op de gebruikers en ze naar de juiste zorginstellingen te wijzen.” Ook heeft de gemeente gezorgd voor een verruiming van de voorwaarden, voor het gebruik van harddrugs in de hostels en inloopvoorzieningen. „Eigenlijk zijn het twee vliegen in één klap: overlast terugdringen en meer individuele zorg.”

Witte envelopjes

Op de dag dat het drugsverbod is ingegaan heeft een klein groepje gebruikers zich verplaatst naar het park Lepelenburg. Het is een groep van zo’n acht man, een van hen loopt heen en weer – van en naar het Lucasbolwerk.

Hij is druk aan het telefoneren en haalt witte envelopjes op bij twee jonge mannen. In de verte zijn politiesirenes te horen en plotseling staan de mannen kaarsrecht. Ze lopen nonchalant, ieder in hun eigen richting, het park uit.